DE

fr

De Stentor over
Garage

Theater op je keukentafel: Gérard Schiphorst uit Deventer komt met Garage naar je toe in coronatijd

,,The Tube is een voorstelling die maar een persoon kan bekijken. Dan moet je in de rij. Dat mag nu niet. Maar we willen wel blijven denken in wat wél mag. We willen niet stil blijven staan. Je mag nu één persoon thuis ontvangen. Nou, toen hebben we maar een keukentafelvoorstelling bedacht, óp de tafel. Ik kreeg een heel oude speelgoedgarage van iemand. En daar ben ik omheen gaan denken.’

Schiphorst zet stemmetjes op. Polygoonjournaalstem wisselt met een Française, een Twent, een beetje sullige monteur en een verliefde garagehouder. Tussendoor klinkt live de cigarboxgitaar of een enorm ongeval, nagebootst door een vallend blik. Hij schiet zelf in de lach als hij scènes speelt aan zijn eigen keukentafel. Zijn vrouw Marije vult aan vanaf de bank.

Marije, jij doet nu niet mee, is dat niet gek?
“Ik heb ooit een keer alleen een voorstelling gemaakt. Maar toen was Gérard alsnog mijn technicus. Nu mag ik niet mee. Maar we hebben hier thuis alle scènes op de bank samen bedacht. En een ongeluk bij een ongeluk: ik heb mijn enkel gebroken. Ik kan nu toch geen kant op. Volgend jaar hebben we allerlei grote evenementen staan die doorgeschoven zijn. Dan zal ik toch wel weer mee kunnen.’’

Hoe wordt Garage ontvangen?
Gérard: ,,Ik heb al op verschillende plekken gespeeld. Het is magisch. Het is live. Een tv-serie zet je even uit. Dit gebeurt voor je neus. Kinderen die hun ouders die zoveel jaar getrouwd zijn iets willen geven. Een vriendengroep die een jarige vriend wil verrassen. En ik heb ook al bij de Bovag gespeeld, die wil kijken of ze iets kunnen doen voor hun leden.’’

,,Het is mijn doel mensen de rest van de wereld even te laten vergeten. En dat lukt, al is het best spannend: zó dichtbij en met maar een paar mensen. Dit is wat theater anders maakt dan tv. Je zet het niet uit om even naar je telefoon te kijken.’’

Normaal gebruiken jullie geen tekst in jullie voorstellingen?
,,Nu wel. Voor het eerst sinds begin jaren 80, denk ik. We zijn eigenlijk allebei heel ‘talige’ mensen. Er zit een scène in met een James-Bond-achtige auto. Daar heb ik alle titels van James Bond-films in verwerkt. Geen idee of mensen dat in de gaten hebben. Het is cabaretesk, met heel veel woordgrapjes. Ik ben geen acteur. Ik blijf nog steeds een poppenspeler die publiek wil laten geloven dat objecten leven. Maar het komt wel dichter bij acteren dan ooit.’’

Angelique Rondhuis