making of the tube
In de afgelopen 40 jaar hebben de makers van TAMTAM naam gemaakt als uitvinders van “theatermachines”: alternatieve manieren om beeldend theater te laten zien. Inventiviteit en originaliteit zijn woorden die veelvuldig in recensies terugkomen.
Tijdens de eerste strenge lockdown gingen bij Gérard Schiphorst en Marije van der Sande denkspieren aan de gang. In maart 2020 werden de internationale tournees naar Spanje, Portugal, Duitsland, China, Oostenrijk, Polen, IJsland en Zwitserland voor dat jaar afgezegd. En ze gingen onmiddellijk op zoek naar een alternatief.
Online theater vonden ze toch meer een verslag dan een ervaring: het moest live!
Al brainstormend kwamen ze op het idee voor een een persoons theatertje met de kijker op veilige afstand.
Gérard maakte een schets en de volgende dag vonden ze een 2.60m lange buis van 25cm doorsnede die ongebruikt in de container van de buren lag (een installatiebedrijf). Daarvan werd letterlijk een beeldbuis gemaakt.
Na de vondst van de buis en de eerste tests met een prototype met veel karton werd er vier weken continu gewerkt, zonder de gebruikelijke medewerkers, afgezonderd in de werkplaats.
Af en toe kwam een medewerker langs om een klus op te halen of een onderdeel te brengen.
Ze werkten tegelijk aan kleine poëtische scènes met een begeleid door steeds een eigensoundtrack.
Al tijdens de eerste weken van de lockdown componeerde Gérard dagelijks een kort muziekfragment die de sfeer van die vreemde maar ook bijzondere periode in zich dragen.
Die fragmenten zijn de basis geworden van de tracks voor de scènes.
Marije onderzocht ondertussen de mogelijkheden van het combineren van poppenkopjes met objecten. Ze maakte daarvoor kleine geboetseerde hoofden.
Na een maand was The Tube een feit. Een eenpersoons voorstelling die een echte intense en persoonlijke 1 op 1 theaterervaring.
De première vond niet plaats voor een volle zaal zoals gebruikelijk maar voor 1 persoon: Carlo Verhaar, de Deventer wethouder van Cultuur.
Inspirerende beperkingen
Er moest in coronatijd natuurlijk nagedacht worden over wat er wel en niet kon en mocht. Dat gegeven werkte eerder inspirerend dan beperkend. Dus zit de kijker op 2.60 m. van de speler en kijkt door een smalle kijk- en luisteropening die telkens ontsmet wordt. Voor de wachtenden kwam er een rode loper van 9 meter lang, onderverdeeld in vakken van 1,5 meter. De handen moesten gedesinfecteerd, en er kon natuurlijk contactloos betaald worden. Dat werd allemaal onderdeel van het theatrale concept.
Zie ook de video hieronder